Op de tweede plaats past coeliakie niet in de definitie van een allergie en ook niet van een intolerantie. Zo is bij een intolerantie het immuunsysteem niet en bij coeliakie wél betrokken.
Ten derde zien we dat glutentolerantie vaak wordt verward met glutensensitiviteit, zelfs door artsen. Er is sprake van glutensensitiviteit als iemand niet goed tegen gluten kan, terwijl er aantoonbaar géén sprake is van coeliakie. Sommige artsen geven bijvoorbeeld in hun verwijsbrief naar de diëtist aan: 'er is geen sprake van coeliakie, maar wel van glutenintolerantie.' Nog meer verwarring dus.
Een vierde, nog belangrijke reden, heeft te maken met de verschillende medische richtlijnen, waaronder de huisartsenrichtlijn. Deze scharen coeliakie onder ‘Voedselovergevoeligheid’, net als lactose-intolerantie en koemelk-eiwitallergie. Die worden op een heel andere manier gediagnosticeerd dan coeliakie. Niet gek dus dat huisartsen niet altijd weten wat de juiste diagnostiek is.
Mensen met glutensensitiviteit hebben vaak verschijnselen die zowel doen denken aan coeliakie als aan het prikkelbare darmsyndroom. Zij hebben niet de antistoffen en darmschade die horen bij coeliakie.
